Twee nieuwe tunnels toegevoegd aan het VLG

Met de ingebruikname van een tweetal nieuwe tunnels, zijn deze toegevoegd aan artikel 3 van hoofdstuk 2 uit het VLG (regeling Vervoer over Land van Gevaarlijke stoffen). Dit artikel, het tunnelregime, geeft de beperkingen aan voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door de tunnels in Nederland.

In de categorie C, dus beperkt toegankelijk voor ADR transporten, is de Ketheltunnel toegevoegd. Deze is gelegen op het A4 traject tussen Schiedam en Delft en moet volgens planning op 18 december 2015 in gebruik worden gesteld.

De Stadsbaantunnel in de gemeente Utrecht is als tunnel in de categorie E toegevoegd. Samen met de ArenAtunnel mogen door deze tunnel geen gevaarlijke stoffen worden vervoerd. De Stadsbaantunnel in Leidsche Rijn Centrum gaat volgende maand open voor het verkeer en ligt parallel aan de A2 tunnel.

Frankrijk vreest chemische of biologische aanval

Tijdens een vergadering in het Franse parlement over de verlenging van de noodtoestand, heeft minister-president Valls gezegd dat terroristische aanslagen met chemische of biologische wapens niet zijn uit te sluiten. Het effect van deze wapens kan desastreuze gevolgen hebben op onze samenleving. De Europese veiligheidsdiensten zetten alles op alles om een dergelijke aanval te voorkomen.

Mede door de aanslagen van 9/11 in de Verenigde Staten zijn de regels voor het transport en opslag van gevaarlijke stoffen met een hoog gevarenpotentieel aangescherpt. Bedrijven die deze stoffen opslaan en of vervoeren dienen te beschikken over een deugdelijk beveiligingsplan. Zie hiervoor ook ons nieuwsbericht van 17 november jl.

Naast de noodzakelijke extra oplettendheid van burgers zal ook het bedrijfsleven waar nodig haar steentje moeten bijdragen. Zo heeft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid een meldpunt geopend voor verdachte transacties, verdwijningen en diefstal van chemicaliën. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website van de NCTV.

Welke stoffen en hoeveelheden onder het verplichte Beveiligingsplan vallen staat in hoofdstuk 1.10 van het ADR. En let op: voor bijvoorbeeld giftige stoffen (PG I) en infectueuze stoffen gelden geen vrijstellingen.

Voor de duidelijkheid: we hebben het in dit artikel alleen over de extra maatregelen die moeten worden genomen vanuit het ADR en VLG. (Europese en Nationale wetgeving voor het vervoer en de vervoershandelingen van gevaarlijke stoffen.)

Is uw Beveiligingsplan nog op orde?

Bedrijven die gevaarlijke goederen opslaan en of vervoeren met een hoog gevarenpotentieel zijn wettelijk verplicht om een Beveiligingsplan op te stellen.

We hebben het hierbij over goederen waarbij de mogelijkheid bestaat van misbruik voor terroristische doeleinden. Gevaar voor ernstige gevolgen, zoals het verlies van talrijke mensenlevens, massale vernielingen en, met name voor de klasse 7 (radioactieve stoffen), grootschalige sociaal-economische ontwrichting. In hoofdstuk 1.10 van het ADR “Voorschriften voor beveiliging”  staat uitgebreide informatie waaraan een Beveiligingsplan moet voldoen.

In tabel 1.10.3.1.2 staat een overzicht van gevaarlijke goederen met een hoog gevarenpotentieel. Als u stoffen, in bepaalde hoeveelheden, uit die lijst bezit zullen maatregelen moeten worden genomen qua beveiliging. Een Veiligheidsadviseur Gevaarlijke Stoffen raadplegen is een pré, voor zover deze nog niet op grond van andere regelgeving moet zijn aangesteld.

De gevaarlijke goederen met hoog risico andere dan klasse 7 zijn deze die in onderstaande tabel 1.10.3.1.2 vermeld staan en in grotere dan de aldaar aangegeven hoeveelheden vervoerd worden.

Tabel 1.10.3.1.2: Lijst van de gevaarlijke goederen met hoog risico
Klasse
Subklasse
Stof of voorwerp
Hoeveelheid
Tank
(liter)(c)
Losgestort
(kg) (d)
Colli
(kg)
1
1.1
Ontplofbare stoffen en voorwerpen
(a)
(a)
0
1.2
Ontplofbare stoffen en voorwerpen
(a)
(a)
0
1.3
Ontplofbare stoffen en voorwerpen van compatibiliteitsgroep C
(a)
(a)
0
1.4
Ontplofbare stoffen en voorwerpen van de UN-nummers 0104, 0237, 0255, 0267, 0289, 0361, 0365, 0366, 0440, 0441, 0455, 0456 en 0500
(a)
(a)
0
1.5
Ontplofbare stoffen en voorwerpen
0
(a)
0
2
Brandbare gassen (classificatiecodes die enkel de letter F bevatten)
3000
(a)
(b)
Giftige gassen (classificatiecodes die de letters T, TF, TC, TO, TFC of TOC bevatten), met uitzondering van de spuitbussen
0
(a)
0
3
Brandbare vloeistoffen van de verpakkingsgroepen I en II
3000
(a)
(b)
Vloeibare ontplofbare stoffen in niet explosieve toestand
0
(a)
0
4.1
Ontplofbare stoffen in niet explosieve toestand
(a)
(a)
0
4.2
Stoffen van verpakkingsgroep I
3000
(a)
(b)
4.3
Stoffen van verpakkingsgroep I
3000
(a)
(b)
5.1
Oxiderende vloeistoffen van verpakkingsgroep I
3000
(a)
(b)
Perchloraten, ammoniumnitraat, ammoniumnitraathoudende meststoffen en ammoniumnitraat-emulsie, ammoniumnitraat-suspensie of ammoniumnitraat-gel
3000
3000
(b)
6.1
Giftige stoffen van verpakkingsgroep I
0
(a)
0
6.2
Infectueuze stoffen van categorie A (UN-nummers 2814 en 2900, met uitzondering van dierlijke stoffen)
(a)
0
0
8
Bijtende stoffen van verpakkingsgroep I
3000
(a)
(b)
(a)
Niet relevant.
(b)
De bepalingen van 1.10.3 zijn niet van toepassing, ongeacht de hoeveelheid.
(c)
Een in deze kolom aangegeven waarde geldt slechts wanneer het vervoer in tanks toegelaten is overeenkomstig kolom (10) of (12) van tabel A in hoofdstuk 3.2. Voor de stoffen die niet in tanks mogen vervoerd worden is de vermelding in deze kolom niet relevant.
(d)
Een in deze kolom aangegeven waarde geldt slechts wanneer het losgestort vervoer toegelaten is overeenkomstig kolom (10) of (17) van tabel A in hoofdstuk 3.2. Voor de stoffen die niet losgestort mogen vervoerd worden is de vermelding in deze kolom niet relevant.

ADR transport tijdens het winterweer

Het vervoer van gevaarlijke stoffen bij slecht weersomstandigheden is aan strenge regels onderhevig. Indien het zicht door bijvoorbeeld mist, sneeuw en / of regen minder dan 200 meter is, is het niet toegestaan:

  • gevaarlijke stoffen te vervoeren in transporteenheden met tanks waarvan de capaciteit meer dan 3000 liter is
  • vuurwerk te vervoeren boven de vrijgestelde hoeveelheden als bedoeld in randnummer 1.1.3.6 (1.000 puntenregeling)

Wanneer het zicht minder dan 50 meter is of wanneer en sprake is van glad wegdek, is het vervoer niet toegestaan van:

  • gevaarlijke stoffen in tanks, losgestort of in colli, in hoeveelheden die per transporteenheid groter zijn dan de vrijgestelde hoeveelheden in randnummer 1.1.3.6

De Minister kan ontheffing verlenen bij gladheid wanneer er sprake is van langdurige gladheid en het spoedeisende karakter van het vervoer naar haar oordeel is aangetoond.

 

ILT krijgt een nieuwe inspecteur-generaal

De heer mr. J.A. (Jan) van den Bos wordt inspecteur-generaal bij de Inspectie Leefomgeving en Transport van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De Inspectie Leefomgeving en Transport is toezichthouder voor leefomgeving, transport en volkshuisvesting. De ministerraad heeft besloten Van den Bos voor te dragen voor benoeming op voorstel van minister Blok voor Wonen en Rijksdienst en minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. De benoeming gaat in op 1 januari 2016.

Jan van den Bos (60) is sinds 1 maart 2010 inspecteur-generaal van de Inspectie SZW bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Van maart tot augustus 2014 was hij waarnemend secretaris-generaal SZW. Daarvoor was hij onder andere directeur-generaal Arbeidsmarktbeleid en Bijstand, plaatsvervangend inspecteur-generaal Werk en Inkomen en directeur Financieel-Economische Zaken bij het ministerie van SZW.

Eerder was hij werkzaam bij het ministerie van Financiën en bij Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook werkte Van den Bos een aantal jaar op gemeentelijk niveau. Van den Bos studeerde Rechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

 

Van den Bos volgt Jenny Thunnissen op, die na haar zevenjarige benoemingstermijn als inspecteur-generaal bij de Inspectie Leefomgeving en Transport vanaf 1 november werkzaam is voor de Algemene Bestuursdienst.

Deze benoeming is tot stand gekomen via de procedure voor de topmanagementgroep van de Algemene Bestuursdienst.

Dit bericht is overgenomen van de ILT.